<H1> Dagboek van een camera </H1> |
<H1> Amsterdam Light Festival </H1> |
<H1> Bangkok – Amsterdam </H1> |
<H1> Jomtien </H1> |
<H1> Koh Samet </H1> |
<H1> Bangkok: slot </H1> |
<H1> Bangkok: Tempels </H1> |
<H1> Siem Reap – Bangkok </H1> |
<H1> Angkor Wat (3) </H1> |
<H1> Angkor Wat (2) </H1> |
<H1> Angkor Wat (1) </H1> |
<H1> DAGBOEK van een CAMERA </H1> |
<H1> Categorieën </H1> |
<H1> Zoeken </H1> |
<H1> Archief </H1> |
<H1> Meest recente berichten </H1> |
<H2> Berichtnavigatie </H2> |
<H2> </H2> |
<H2> </H2> |
<H3> 11 januari 2025 </H3> |
<H3> 20 december 2024 </H3> |
<H3> 19 december 2024 </H3> |
<H3> 16 december 2024 </H3> |
<H3> 12 december 2024 </H3> |
<H3> 11 december 2024 </H3> |
<H3> 10 december 2024 </H3> |
<H3> 9 december 2024 </H3> |
<H3> 8 december 2024 </H3> |
<H3> 7 december 2024 </H3> |
<H3> </H3> |
<H4> Door de Thailand-reis en de verwerking van de grote hoeveelheid foto’s daarvan is de wandeling langs de lichtkunstwerken van het Amsterdam Light Festival een beetje in de verdrukking gekomen. Bovendien was regen in de kerstvakantie en de eerste januari-week vrijwel nooit uitgesloten. Toch maken we elk jaar wel weer die wandeling. Maar zaterdag was het ineens een droge dag en bovendien stond er nog niet eens zo’n héle gure wind, zodat het verantwoord was om er een paar uurtjes voor uit te trekken. En, zoals ook in andere jaren, concluderen we dat het festival ook deze keer toch weer een beetje tegenvalt. Hoewel de belichting van de gebouwen rond het Oosterdok deze keer erg fraai was. Maar er is wat betreft licht en belichting in Amsterdam natuurlijk veel meer te zien dan de lichtobjecten van het festival zelf, zodat de wandeling zoals altijd toch weer de moeite waard was. Hoe Amsterdam er op deze donkere, maar droge januari-avond bij lag, staat op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323658235 </H4> |
<H4> Toch nog een laatste oprisping van onze reis: de terugweg. Het is niet echt mijn gewoonte om tijdens een vliegreis foto’s te maken. Je vliegt zó hoog, dat je bijna niks ziet en de foto’s dus navenant slecht zijn. Maar deze keer was het toch de moeite waard. Het was een dagvlucht, dus sowieso was er buiten iets te zien. Toch hadden de meeste passagiers de raampjes gesloten en brachten de tijd slapend door. Maar gezeten aan de rechterkant zouden we toch iets van de Himalaya moeten kunnen zien. En inderdaad, eenmaal boven het vlakke deel van Noord-India was, dankzij het kraakheldere weer, héél in de verte iets van een besneeuwde bergrug te zien. Afgaand op Google Maps moet de afstand zeker 100, zo niet 200 kilometer zijn geweest. Niet dat de Mount Everest nou meteen identificeerbaar was, maar het zouden toch beslist enkele acht-duizenders moeten zijn geweest, die we in de verte zagen en waar we naar ons gevoel op bijna gelijke hoogte langs vlogen. De kwaliteit van de foto’s was natuurlijk abominabel, maar in de na-bewerking was er nog wel een upgrade van te maken. En bovendien, waarom zou je zitten te slapen achter een gesloten raampje, terwijl er een iconisch landschap voorbij glijdt, dat je vermoedelijk nooit meer zult zien? </H4> |
<H4> Maar gaandeweg werd het zicht beter toen we eenmaal boven het grensgebied Pakistan/Afghanistan vlogen. Zo te zien een buitengewoon ruig en onherbergzaam gebied en het is dus goed voorstelbaar dat je jezelf hier wilt opbergen als je nooit meer wilt worden gevonden. En ineens was daar Kabul, de hoofdstad van Afghanistan. Een stad, duidelijk zichtbaar, straten en huizen goed identificeerbeer en met behulp van Google Maps en het tijdstip waarop de foto’s zijn gemaakt, konden we na enige reconstructie met zekerheid vaststellen: dit is Kabul, een stad die je nooit meer zal zien, laat staan zal bezoeken. Het is dat de ruimte in een vliegtuig krap bemeten is, want anders had ik als geografie-liefhebber bij dit buitenkansje een klein vreugdedansje gemaakt. En eenmaal ten westen van de stad, nog boven Afghanistan, werd het zicht beter en werd bovendien duidelijk wat een ruig en ontoegankelijk land Afghanistan eigenlijk is. Verderop werd het, eenmaal boven Turkmenistan, geleidelijk donker, maar kon toch de oversteek van de Kaspische Zee nog met het oog worden waargenomen, maar de camera vond dat toch te moeilijk. Al met al was het de moeite waard om er een laatste fotoserie van te maken en geografie-liefhebbers raad ik aan te kijken op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323611038 </H4> |
<H4> Vanaf Koh Samet zijn we verhuisd naar Jomtien, op het vasteland, maar wel aan de kust en ook een stuk dichterbij het vliegveld. Wel zo handig want over een paar dagen is de vakantie voorbij. Jomtien is heel anders, zelfs bijna het tegenovergestelde van Koh Samet. Eigenlijk is het een soort Benidorm met torenhoge appartementen complexen, die vooral worden gebruikt door overwinteraars. Natuurlijk is er strand, maar je zit er op strandstoelen, onder parasols, die geen straaltje zon doorlaten, dus bijna in het donker. Niet het strandgenoegen dat ik als ideaal zie. Want dat ligt – gek genoeg – in Zandvoort met zijn eindeloze, brede, vrijwel lege, maar alleen helaas niet altijd zonnige stranden. Tot zover de minpuntjes hier, die heb je altijd, maar….. </H4> |
<H4> Het zijn ontzettend gezellige laatste dagen. Ook die parasols zijn bittere noodzaak, want de zon is hier meedogenloos. En zelfs onder de parasols is het gezellig, want de mensen zijn heel benaderbaar en je hoeft maar met je vingers te knippen en de natjes en droogjes worden je hier met liefde aangereikt. In de avond is er genoeg reuring. Veel en gezellige terrassen, overal lekker eten en her en der live muziek, mocht je daar zin in hebben. Jomtien ligt een kilometer of tien van Pattaya, een nog veel groter en drukker Benidorm, waar we in het happy hour een cocktail drinken op het dakterras van het Hilton hotel en zien hoe de zon hier onder gaat. </H4> |
<H4> Er is in die laatste dagen ook nog tijd geweest voor een fotorondje. Want op woensdag zijn de stranden in Jomtien wegens schoonmaak gesloten en kon de camera weer van stal worden gehaald. Behalve die hoge woontorens is er de wat lagere architectuur met kleurige balkons, die prachtig afsteken tegen de blauwe lucht. En op de allerlaatste avond is gedineerd op het strand met dankzegging aan Jack Kraft, die in Bangkok overwintert en die ons niet alleen op bepaalde momenten van nuttige adviezen heeft voorzien, maar vooral ook een heel gezellige reisgenoot is gebleken. Jack…..hartelijke dank..! De foto’s van al dat Benidorm-vermaak staan op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323544272 </H4> |
<H4> Na twee weken lang de hele dag rondbanjeren in de hete en brandende zon, gaat het vanaf vandaag in een belangrijk lagere versnelling. We gaan een paar dagen naar Koh Samet, een klein eilandje zo’n twee uur vanaf Bangkok. Zelfs de zon schakelt terug, want we verlaten Bangkok in de stromende regen. Eerst met een auto naar de kustplaats Rayong en dan nog een kwartiertje met een speedboot naar het eiland. Maar bij aankomst is het droog geworden, wel bewolkt maar nog steeds zo’n 30 graden. En dat vonden we eigenlijk ideaal. Op de kaart ziet Koh Samet er overzichtelijk uit en je zou met gemak het hele eiland in een dagje kunnen verkennen. </H4> |
<H4> Zou kunnen, maar dat doen we niet. Want onze actieradius werd nog veel kleiner dan dat toch al kleine eiland. En in die drie dagen wijken we hooguit een paar honderd meter van ons strandhuisje op palen. Ook ons dagprogramma werd dus heel overzichtelijk. Ontbijten, krantje lezen op de tablet, beetje rondhangen, af en toe de zee in, beetje kletsen met andere toeristen, over de rotsen naar een naburig strandje, aan het eind van de middag een cocktail drinken en dan op het strand vers gevangen vis eten. Terwijl op het strand elke avond een vuurwerkshow werd gehouden. En dat ritme hielden we niet alleen drie dagen vol, maar hadden dat naar ons idee nog wel langer kunnen volhouden. En de zon kwam natuurlijk terug. Heerlijke dagen dus. De camera ging ook een beetje met vakantie, maar in die drie dagen is er toch nog wel een ook overzichtelijk fotoserietje gekomen. Zie: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323521499 </H4> |
<H4> Op de allerlaatste dag in Bangkok is de Wat Arun nog bezocht, door sommigen beschouwd als de mooiste tempel van de stad. Dat zal vast te danken zijn aan de fraaie ligging aan de rivier en de prachtige zonsondergangen die je er kunt zien. Eigenlijk is het geen tempel, maar eerder wat je een ‘stupa’ zou kunnen noemen. Je kunt er dus niet in. Wel kon je er vroeger via een steile trap naar boven, maar die trap hadden ze afgesloten, wat me wel zo veilig leek. De tempel is helemaal bedekt met kleurige bloem-mozaïeken van gebroken stukjes Chinees porselein. Dat kwam van schepen, die tonnen oud porselein weggooiden, waarmee deze tempel is gedecoreerd. </H4> |
<H4> De tempel ligt aan de overkant van de rivier, dus je moet er met de boot heen. Een alleraardigst tochtje, weten we inmiddels uit ervaring. De locatie blijkt vooral in trek voor foto-shoots. Je kunt er traditionele kleding huren en je door professionele fotografen laten fotograferen, wat in die kostuums ongetwijfeld prachtige foto’s oplevert met een fraaie achtergrond van de tempel, het bloem-mozaïek en het uitzicht over de rivier en de skyline van de stad. Wij doen het zonder kostuums, maar ook dan blijkt de tempel bijzonder fotogeniek. Met deze tempel en nog een laatste wandeling terug naar het hotel nemen we met enige weemoed afscheid van deze prachtige en vooral sfeervolle stad. De tempel en nog wat laatste indrukken staan op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323436794 </H4> |
<H4> De laatste twee dagen in Bangkok, en we hadden de grootste toeristische attracties, eigenlijk ook de grootste toeristenfuiken, nog niet eens gezien. Ik heb inmiddels de neiging om toeristenfuiken te mijden, maar in het algemeen hebben toeristen toch de neiging om plaatsen op te zoeken waar veel te zien is, dan wel waar het in algemene zin mooi is. En als je dan dat soort plaatsen gaat mijden, zie je dus ook niks. Vandaar dus even de adem inhouden en erheen…! Het ging vooral om de Wat Pho en de Wat Phra Kaew, twee eind 18e-eeuwse boeddhistische tempels niet alleen met een bijzondere architectuur, maar vooral met prachtige ornamenten. De Wat Pho is eigenlijk een groot tempelcomplex van zo’n 80.000 vierkante meter, met meerdere tempels en vooral veel Boeddha-beeltenissen. De grootste is de liggende boeddha, van meer dan veertig meter lang. </H4> |
<H4> De Wat Phra Kaew ligt op loopafstand verderop op het terrein van het koninklijk paleis. Eigenlijk ook een tempelcomplex van tempels en pagodes met daarbinnen de belangrijkste tempel van heel Thailand: de Tempel van de Smaragdgroene Boedhha. Alleen te bekijken in decente kledij en voor dat doel hadden we ons in de stad al voor een bedrag van nog geen drie euro voorzien van een luchtige lange broek met olifantenmotieven erop. Veel toeristen lopen er hier in rond, maar buiten dit tempelcomplex zou ik me er niet in willen vertonen. De bezichtiging van beide complexen nam een hele volle dag in beslag en meestal zijn we dan, vooral in de brandende zon, aan het eind van de dag gevloerd. </H4> |
<H4> Maar toch was er nog wel wat energie over om s’avonds in het Lumpini-park nog het Red Cross Festival te bezoeken, met allerlei charitatieve activiteiten, gezelligheid en natuurlijk overal gevarieerd en smakelijk street food. Waarbij tevens de gelegenheid is aangegrepen om een half jaar na dato nog maar een keer de 72e verjaardag van de koning te vieren. De tempels en de gezelligheid in het Lumpini-park zijn in beeld gebracht op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323365455 </H4> |
<H4> Terug naar Bangkok. Die negen uur met de bus doen we maar niet meer, want het landschap onderweg kennen we nu onderhand wel uit ons hoofd. Dus doen we wat iedereen doet: vliegen. Extra leuk, omdat ook weer eens blijkt dat ik mijn in het verleden opgelopen beroepsdeformatie nog niet helemaal heb afgeleerd. Geen wonder ook, na me dertig jaar tegen de luchtvaart te hebben aanbemoeid. Dus wist ik natuurlijk heel zeker, dat Siem Reap een klein en schattig luchthaventje had, even ten noordwesten van het stadscentrum. Waar je nog met een vliegtuigtrap in het vliegtuig stapt. De ligging ervan was nog eens bevestigd door een kaartje dat ons in het hotel was aangereikt. </H4> |
<H4> Maar toch heb ik hier nu een streek laten vallen. Want ik werd al tamelijk onrustig toen ons busje naar de luchthaven tientallen kilometers pal naar het oosten reed. Bleek er inmiddels een hele nieuwe luchthaven aangelegd te zijn, een feit dat ik duidelijk over het hoofd had gezien. Een dikke 40 kilometer en dus veel te ver van het kleine stadje dat Siem Reap nou eenmaal is. En vooral veel te groot voor het handjevol vluchten dat er op een gemiddelde dag wordt afgewerkt. Zelfs groot genoeg voor al het verkeer dat een middelgrote Europese luchthaven kan afwerken. Ontworpen en aangelegd door de Chinezen, met een schitterend en vooral fotogeniek interieur en dus de moeite waard om er een klein fotoserietje aan te wijden. Je kon er van de vloer eten en we namen ruim te tijd om dat spiegelende interieur tot ons te nemen. </H4> |
<H4> We vlogen met Air Asia, zeg maar de EasyJet van Azië, in nog geen drie kwartier naar Bangkok, naar de oude luchthaven Don Mueang. Die ligt relatief dichtbij het centrum, maar is toch in gebruik gebleven, ondanks de aanleg twintig jaar geleden van een veel grotere luchthaven een stuk verderop. Vanaf dat nostalgische Don Mueang ging het gewoon met de stadsbus en de metro naar ons hotel, hetzelfde hotel als waar we in de week ervoor ook al verbleven. Dat voelde dus als thuiskomen, niet alleen in dat hotel, maar ook in de omliggende Silom-buurt. Een indruk van de mega-luchthaven in Siem Reap en de thuiskomst in Bangkok staat op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323272009 </H4> |
<H4> Al voor ons vertrek richting Azië, was ons van diverse kanten aangeraden om vooral de Banteay Srei -tempel niet over het hoofd te zien. Dat zou zo maar kunnen gebeuren omdat het nog zo’n 30 kilometer over hobbelige wegen rijden is vanaf de meeste andere tempels, die we hadden gezien. Toch zou de afstand meer dan de moeite waard zijn. En dat was ook zo..! Om meerdere redenen was deze bijzonder. Het is een van de oudere en toch best bewaarde, maar vast ook wel wat gerestaureerde tempels van het hele complex. Hoewel er enige discussie was over de leeftijd, blijken er toch goede indicaties te zijn dat deze is gebouwd in het jaar 967, meer dan duizend jaar oud dus. Verder de prachtige roodbruine en hier en daar door de tijd verweerde kleuren, die dit bouwwerk duidelijk onderscheiden van wat we eerder hadden gezien. En tenslotte de ligging, waarbij de kleuren prachtig afsteken tegen de blauwe ochtendlucht en het hele plaatje werd gecompleteerd door bijpassende muziek, geproduceerd door een lokale muziekgroep. </H4> |
<H4> Maar tegen het middaguur raakten we tijdens de lunch na twee-en-een-halve dag rondbanjeren in de hitte over het Angkor Wat-complex enigszins overvoerd en verzadigd met tempel-indrukken. Maar onze gids, Kimsath, vond dat we op de terugweg de Neak Paon tempel beslist niet mochten missen. Gelegen op een eiland en door zijn bijzondere ligging zou deze het nog wel kunnen winnen van ons verzadigingsniveau. En ook dát was zo. Een alleszins aangename wandeling over een lange houten brug over een met waterlelies bedekt meer leidde naar een eiland met daarop eigenlijk restanten van iets wat ooit een tempel zou moeten zijn geweest. Het mooie daaraan was dus niet eens zozeer de tempel, maar vooral de sfeer, want het eiland werd ook bezocht door monniken, die hier konden contempleren, maar misschien ook wel een gezellig uitje hadden. </H4> |
<H4> En nét toen we aan het eind van het bezoek aan dit eiland bedachten dat het nu onderhand wel mooi was geweest met het hele Angkor Wat-complex, bedacht Kimsath nóg een tempel, de Phrea Khan. Eigenlijk wilden we naar ons zwembad bij het hotel, maar ja, je komt hier misschien nooit weer, dus vooruit, nog eentje dan..! En daarvan bleken we allerminst spijt te hebben. Deze nog nauwelijks gerestaureerde tempel was nog het meest van allen vergroeid met de omliggende natuur, die in al die eeuwen onaangetast is gebleven. De stenen hebben in de loop van de tijd prachtige kleuren aangenomen, die mooi harmonieerden met het late middaglicht. En eenmaal op de terugweg moesten we concluderen dat deze laatste tempel misschien wel de mooiste was van alles wat we in de afgelopen drie dagen hadden gezien. Met bijzondere dank aan Kimsath Seng. En voor toekomstige Angkor Wat-bezoekers: De Phrea Khan dus niet vergeten. Aan een zwembad liggen kan altijd later nog, zelfs in Nederland. De indrukken van de laatste Angkor-dag staan op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323198333 </H4> |
<H4> Zondag stond dan het hoofdgerecht van het hele complex op het menu: de Angkor Wat zelf. Gebouwd in de vroege 12e eeuw, maar gezien zijn 900-jarige leeftijd nog in een uitstekende staat. Ook verreweg de grootste tempel van het hele complex. Zelfs zó groot, dat je hem eigenlijk nog niet eens behoorlijk op de foto kon krijgen. Hij is dan ook berekend op grote massa’s toeristen, en dat betekende meteen dat de omgeving ervan inmiddels is veranderd van oerbos naar strak aangeharkt gazon, hier en daar gelardeerd met 21e-eeuwse palmbomen. Dat laatste doet toch wel enige afbreuk aan de sfeer in vergelijking met andere tempels in het complex, die helemaal vergroeid lijken met de natuur, zoals die eeuwenlang heeft bestaan. Die sfeer is er dus niet bij de Angkor Wat. </H4> |
<H4> Daar staat tegenover de fraaie bouwstijl, de ligging van het symmetrische gebouw op een groot vierkant eiland in een vierkant meer. Evenals de meeste andere tempels is ook de Angkor Wat oorspronkelijk gebouwd als een hindoe-tempel, maar veranderde geleidelijk in een boeddhistische tempel. Voor monniken was het daarmee meteen een soort van gebedshuis. Hoewel het voor hen – in plaats van de meer contemplatieve momenten – eerder wat weg had van een gezellig uitje, waar ze zich vrolijk konden mengen met de toeristen en zich gewillig konden laten fotograferen. Al met al brengen we toch drie uur door in deze tempel. Maar we konden de dag completeren met een drietal andere tempels in de directe omgeving, andermaal vergroeid met de natuur, nog niet volledig gerestaureerd en daarmee een wat meer ingetogen en zelfs mysterieuze indruk konden achterlaten. De uiteenlopende indrukken van de dag zijn samengevat op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720323081921 </H4> |
<H4> Zaterdag zijn we dan eindelijk begonnen aan de bezichtiging van de Angkor Wat. Beter gezegd: het hele Angkor Wat complex, want de Angkor Wat betreft eigenlijk maar één tempel van dat hele complex. Onze chauffeur/gids, Kimsath Seng, was zo vriendelijk om ons achteraf een overzicht te verschaffen van alle tempels die we hadden gezien, niet alleen van de namen ervan, maar ook wanneer ze zijn gebouwd, door wie, waarom en ter ere van wie. Zodat we bij thuiskomst, mede met een overzichtelijk kaartje, toch nog in staat waren het een en ander te reconstrueren. Het hele complex is gebouwd tussen de 10e en de 13e eeuw en sommige tempels zijn dus al meer dan 1000 jaar oud. </H4> |
<H4> De meeste tempels zijn gebouwd in opdracht van de toenmalige koningen ter ere van de Hindu-goden of anders wel ter ere van familieleden van die koningen. Zaterdag richten we ons op het gebiedje ten oosten van de Angkor Thom, ooit een ommuurd carré, waarvan nu alleen nog de toegangspoorten overeind staan. De Banteay Kdei en de Ta Phrom zijn wat ons betreft wel de mooiste tempels in dat gebiedje. Vooral mooi, omdat er gedurende honderden jaren niet meer naar is omgekeken en deze tempels vergroeid lijken met de omliggende natuur. Pas vanaf de 19e eeuw lijkt er weer enige belangstelling voor het complex te komen, maar dan heeft de omliggende natuur in al die eeuwen ongestoord zijn werk kunnen doen. </H4> |
<H4> Niet alleen nemen de bouwsels in de loop van de tijd de kleuren aan van de natuur, maar diezelfde natuur blijkt zó sterk, dat ze de tempels in een wurggreep lijken te houden. Het levert surrealistische beelden op. Binnen dat Angkor Thom carré is de Prasat Bayon nog een tempel van belang. Maar toen waren er al zes uur voorbij, raak je verzadigd, en krijgt de Bayon niet meer de aandacht die deze eigenlijk verdient. De Angkor Wat zelf, toch wel de meest prominente in het hele complex, stond ook nog op het programma van vandaag, maar die bewaren we dan maar voor de volgende ochtend. Alles van deze dag staat op: </H4> |
<H4> https://www.flickr.com/photos/140378231@N02/albums/72177720322975186 </H4> |
Sociaal
Sociale Data
Kosten en overhead maakten deze semi-openbare vorm van communicatie voorheen onhaalbaar.
Maar de vooruitgang in sociale netwerktechnologie van 2004-2010 heeft bredere concepten van delen mogelijk gemaakt.